-
1 gebieten
gebieten〈 formeel〉♦voorbeelden:1 über ein Land gebieten • over een land heersen, gebiedenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:Eile war geboten • er was haast bij -
2 über die Mittel gebieten
über die Mittel gebietenWörterbuch Deutsch-Niederländisch > über die Mittel gebieten
-
3 flüssig
flüssig♦voorbeelden:flüssiger Verkehr • vlot verkeer3 flüssige Mittel • liquide, vlottende middelenGelder für den Bau flüssig machen • geld voor de bouw beschikbaar, ter beschikking stellen
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Нидерландский